Je hebt het recht om te weten van wie je biologisch gezien afstamt. Maar jouw vermoedelijk biologische vader heeft het recht op eerbiediging van zijn privé- en gezinsleven. Hij heeft ook het recht op eerbiediging van zijn persoonlijk integriteit; het recht om niet aan een DNA-onderzoek mee te werken.

Wie gaat er dan voor?

De Hoge Raad, de hoogste Nederlandse rechter, heeft bevestigd dat wettelijk uitgangspunt is dat jouw belang om te weten van wie je afstamt, prevaleert boven de belangen van jouw vermoedelijk biologische vader, uitzonderingen daargelaten. Jouw belang gaat dus voor. De rechter kan jouw vermoedelijk biologisch vader verplichten mee te werken aan een DNA-onderzoek. Jij moet dan wel aannemelijk kunnen maken dat jouw biologisch vermoedelijke vader inderdaad vermoedelijk jouw biologische vader is.

Als de uitkomst uit DNA-onderzoek positief is, kan je de rechter verzoeken om het vaderschap van jouw vader gerechtelijk vast te stellen. Dat houdt in dat jouw vader niet alleen biologisch gezien jouw vader is, maar ook in juridische zin. Jouw vader komt op jouw geboorteakte te staan. Het brengt juridische rechten en plichten met zich mee wat betreft nationaliteit, achternaam, omgang, alimentatie, informatie en op het gebied van het erfrecht.