In familierechtelijke procedures zijn vaak kinderen betrokken. Vanaf een leeftijd van 12 jaar worden zij uitgenodigd om te worden gehoord door de kinderrechter. Steeds meer staat ter discussie of ook jongere kinderen kunnen worden gehoord.

Het hoorrecht in de praktijk

Vanaf dat kinderen 12 jaar zijn worden zij door de kinderrechter uitgenodigd om te worden gehoord als er een procedure over hen wordt gevoerd. In alimentatieprocedures ligt die leeftijd op 16 jaar. Het kind mag zelf beslissen of het daarvan gebruik maakt. Sommige kinderen willen zich liever niet met de discussie tussen hun ouders bemoeien, andere weten juist heel goed wat ze willen en willen dat ook vertellen.

Het kind kan een brief aan de rechter te schrijven of persoonlijk met de rechter praten. Zo’n gesprek van slechts 10 minuten vindt plaats op de rechtbank, al wordt geprobeerd de setting informeel te houden. Ouders zijn tijdens het gesprek niet welkom zodat het kind zoveel mogelijk vrij kan spreken. De wens van het kind weegt mee in de procedure, maar zijn stem is niet beslissend. Het kind kan dus bijvoorbeeld niet zelf kiezen bij welke ouder het wil wonen. De rechter beslist uiteindelijk wat het meest in het belang van het kind is.

 De wet

Kinderen jonger dan 12 jaar worden nauwelijks gehoord, maar dat kán wel. Een verplichting om kinderen uit te nodigen om te worden gehoord is er vanaf 12 jaar. Dit hoeft alleen niet in uitzonderlijke gevallen.[1] Maar in de wet staat ook dat kinderen onder de 12 jaar kunnen worden gehoord.[2]

Internationale verdragen en uitspraken laten zien dat minderjarigen het recht hebben hun mening te geven en dat met die mening rekening moet worden gehouden; dit recht geeft hen de mogelijkheid aan procedures deel te nemen. Daarbij zouden leeftijdsgrenzen niet absoluut mogen zijn. Elk kind zou individueel moeten worden beoordeeld op de mate waarin hij de procedure kan begrijpen en beslissingen kan overzien.

Deze praktijk is niet in overeenstemming met dat wat voortvloeit uit internationale wet- en regelgeving.

 Recent onderzoek

Uit recent onderzoek[3] blijkt dat ook kinderen onder de 12 jaar over het algemeen goed in staat zijn om hun mening te vormen en te uiten.  Deze vaardigheden zouden zelfs  tussen de 6 en 8 jaar al goed ontwikkeld zijn.

Het geven van een mening en het worden gehoord, zorgt voor een gevoel van waardering en toename van het zelfvertrouwen. Het is daarom van groot belang om ieder kind – die die dat wil – te betrekken in de procedures. De nu nog strikte handhaving van de 12jaarsleeftijd doet jongere kinderen tekort. Hun behoefte om hun stem laten horen wordt niet bevredigd, aldus de onderzoekers.

Wel is belang dat juist voor jongere kinderen zo gunstig mogelijke omstandigheden worden gecreëerd waaronder het kind kan worden gehoord. Dit zodat het stressniveau van kinderen wordt verlaagd, een betrouwbaarder mening kan worden verkregen en waardoor het kind het gevoel heeft controle te kunnen uitoefenen over een levensingrijpende beslissing.

De rechtbank Amsterdam heeft eerder al positieve ervaringen opgedaan met de leeftijdsgrens van acht jaar voor het horen van kinderen en deze leeftijdsgrens wordt ook door een groot aantal van onze respondenten (deskundigen, jongeren en ouders) genoemd als wenselijke leeftijdsgrens.

Hoe nu verder?

Minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker heeft de verstrekkende aanbevelingen naar de eerste en tweede kamer gestuurd. Hij verwacht aankomende zomer meer duidelijkheid te kunnen geven over hoe en in welke mate invulling kan worden gegeven aan de aanbevelingen.

We wachten het af.

[1] Zie HR 1 november 2013, NJ 2014/24, m.nt. S.F.M. Wortmann

[2] Zie artikel 809 lid 1 Rv

[3] https://www.wodc.nl/binaries/2971%20volledige%20tekst_tcm28-431103.pdf