Ouderlijk gezag en geschillen
Ouderlijk gezag is de wettelijke verantwoordelijkheid over kinderen. Ouders met gezag beslissen samen over het kind. Maar wat kun je doen als je het niet eens bent met de andere ouder? Een situatie die zich veelal voordoet als ouders niet meer samen zijn. De antwoorden lees je hierna.
Eerst terug naar de basis: wanneer hebben ouders samen het gezag?
De moeder krijgt automatisch bij de geboorte het gezag over haar kind. De vader krijgt alleen automatisch het gezag als hij is gehuwd met de moeder. Zijn de ouders niet gehuwd, dan moeten de ouders zelf in actie komen om de vader ook met het gezag over het kind te belasten. Als de moeder haar toestemming voor de gezamenlijke uitoefening van het gezag verleent, is het eenvoudig. De ouders kunnen de gewenste wijziging digitaal aanvragen door met hun DigiD in te loggen op de website van de rechtspraak*. Is de moeder niet akkoord met de gezamenlijke uitoefening van het gezag, dan is een gerechtelijke procedure noodzakelijk. Uitgangspunt is dat de ouders gezamenlijk het gezag over hun kind uitoefenen, dus veelal wordt een dergelijk verzoek toegewezen. Dat is anders als de gezamenlijke gezagsuitoefening tot gevolg zal hebben dat het kind ‘klem of verloren’ zou raken tussen de ouders. Centraal staat het belang van het kind.
Welke beslissingen moeten ouders samen nemen?
Ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouders om hun kind te verzorgen en op te voeden. Daaronder wordt ook verstaan de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn, de veiligheid van het kind en de bevordering van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Ouders met gezamenlijk gezag beslissen samen onder meer over:
- een verhuizing;
- vakanties;
- de afgifte van een paspoort;
- schoolkeuze;
- medische behandelingen.
Naast deze onderwerpen zijn op dit moment ook actueel de beslissingen over het wel of niet toedienen van Rijksvaccinaties en het delen van informatie op sociale media.
Wat te doen als de ouders er samen niet uitkomen?
Stap 1
Veelal is het voldoende dat de andere ouder zijn toestemming geeft door het betreffende aanvraagformulier te tekenen. De eerste stap is dus dat de ouder die om de toestemming vraagt, de betreffende formulieren naar de andere ouder stuurt. Leg daarbij zo concreet mogelijk uit welke toestemming je nodig hebt, waarom je denkt dat jouw keuze het beste is voor jullie kind en hoe je tot jouw keuze bent gekomen. Zijn er instanties die jouw keuze ondersteunen, of de andere ouder meer informatie kunnen geven, zoals een school, een arts of een hulpverlener, verwijs daar dan naar. De andere ouder kan dan zelf onderzoeken of deze instanties jouw keuze kunnen ondersteunen.
Stap 2
Krijg je de toestemming niet, onderzoek dan waarom niet. Heeft de ouder een inhoudelijk bezwaar, ga dan de dialoog aan en kijk of jullie het als ouders alsnog eens kunnen worden. Lukt dat niet, of reageert de ouder in het geheel niet, dan kan een gerechtelijke procedure worden gestart. Een advocaat kan namens jou bij de rechtbank een verzoekschrift indienen tot vervangende toestemming. Als de rechtbank het verzoek toewijst, is de toestemming van de andere ouder niet meer nodig. De rechtbank zal de belangen van de ouders wegen, maar met name het belang van het
kind is doorslaggevend. Een dergelijke procedure wordt met voorrang door de rechtbank behandeld. De wet schrijft voor dat er binnen zes weken na indiening van het verzoek een zitting zou moeten plaatsvinden. Of dit ook daadwerkelijk kan, is afhankelijk van de capaciteit van de rechtbank. Een uitspraak volgt meestal binnen enkele weken, of zoveel eerder als noodzakelijk en gezien de capaciteit mogelijk is. Zorg dus dat je niet tot het laatste moment wacht.